De Nieuwe Ketenen: Hoe Amerika’s Digitale Rijk het Oude Kolonialisme Verving, en Hoe de Wereld Terugvecht

Door: Ir. Erik Mols MSc. BE.d. (OS-SCi),. ing. Marya Yaqin MSc. (AnalyseCentre)
2 oktober 2025 in
Henricus Mols

Prologue: De Bevrijders Die Nooit Vertrokken 

Het jaar was 1945. De oorlog was voorbij. Europa lag in puin, zijn steden gebombardeerd tot skeletten, zijn bevolking uitgehongerd. Uit het westen kwamen de Amerikanen, niet als veroveraars, maar als bevrijders. Ze brachten voedsel, medicijnen en de belofte van een nieuwe wereldorde. Ook in Azië arriveerden ze als redders, hielpen ze keizerlijk Japan terug te dringen en steunden ze onafhankelijkheidsbewegingen in India en de Pacific. Het Marshallplan herbouwde Europa’s fabrieken. Het akkoord van Bretton Woods stabiliseerde de wereldfinanciën. De wereld ademde weer. Maar de Amerikanen vertrokken niet echt. Ze namen hun soldaten mee, ja, de meeste. Maar ze lieten iets veel duurzamers achter: de dollar, de microchip en de illusie van keuze. Tegen de tijd dat de laatste GI aan boord ging van een schip naar huis, was een nieuw rijk al aan het ontstaan. Het zou niet regeren via gouverneurs en onderkoningen, maar via banksystemen, silicium en serverfarms. Het zou geen schatting eisen in goud, maar in data, afhankelijkheid en onderdanigheid. Dit was niet het kolonialisme van weleer. Dit was subtieler, sluipender. Dit was neokolonialisme, Amerikaanse stijl. En niemand zag de ketenen smeden.

Hoofdstuk 1: De IJzeren Greep van de Dollar 

De eerste ketting was onzichtbaar: geld. In 1944, terwijl de oorlog nog woedde, kwamen 44 naties bijeen in Bretton Woods, New Hampshire, om een nieuwe financiële orde te ontwerpen. De Britten drongen aan op het pond. De Amerikanen eisten de dollar. De Amerikanen wonnen. De dollar werd de wereldreservemunt, de levensader van de globale handel. Olie, goud, graan, alles zou in dollars worden gekocht en verkocht. Als je wilde handelen, had je groene biljetten nodig. In eerste instantie leek het een eerlijke deal. De dollar was stabiel. De Amerikaanse economie bloeide. Maar toen kwam het petrodollarsysteem. In de jaren 70 sloot de VS een deal met Saoedi-Arabië: verkoop olie in dollars, en wij beschermen je koninkrijk. Een voor een volgden alle olieproducerende naties. Als je brandstof wilde, had je dollars nodig. Als je dollars wilde, moest je spelen volgens de regels van Amerika. India leerde dit op de harde manier. In 1991, met een economie in vrije val, wendde New Delhi zich tot het IMF voor een reddingspakket. De prijs? Structurele aanpassing. Open je markten. Dereguleer je industrieën. Laat Amerikaanse bedrijven toe. India gehoorzaamde. Zijn soevereiniteit erodeerde, voorwaarde voor voorwaarde. Ook Europa vond zichzelf gevangen. Toen de VS Iran sancties oplegde in 2012, trof dat niet alleen Amerikaanse banken, maar bedreigde het elke bank, overal, die durfde te handelen met Teheran. Zelfs Europese bedrijven, opererend onder EU-wetgeving, gaven toe. De boodschap was duidelijk: de dollar was niet zomaar valuta. Het was een wapen. En toen kwam SWIFT, het mondiale berichtensysteem dat geld tussen banken verplaatst. Gevestigd in België, maar gecontroleerd door de VS. Toen Washington in 2022 besloot Rusland af te snijden, gehoorzaamde SWIFT. Europese bedrijven, opeens niet meer in staat om Russisch gas te betalen, zagen hun energierekeningen de hoogte inschieten. De EU had regels. De VS had hefbomen.

Hoofdstuk 2: De Siliciumstrop 

De tweede ketting was technologie. In de jaren 90 arriveerde het internet als een revolutie. Het was open. Het was vrij. Het was Amerikaans. Tegen de tijd dat de wereld doorhad wat er gebeurde, waren de reuzen al opgestaan: Google, Apple, Microsoft, Amazon, Facebook. Ze bouwden niet alleen platformen, ze bouwden rijken. Neem Ierland. In 2020 vernietigde het hoogste gerechtshof van de Europese Unie het Privacy Shield, een akkoord dat dataoverdracht tussen de EU en de VS mogelijk maakte. De reden? Amerikaanse surveillantiewetten, FISA 702, de CLOUD Act, gaven de Amerikaanse overheid achterdeurtoegang tot Europese data. De Ierse Gegevensbeschermingscommissie beval Meta (toen nog Facebook) om te stoppen met het versturen van Europese gebruikersdata naar Amerika. Meta waarschuwde dat zonder een nieuw akkoord Facebook en Instagram in Europa mogelijk moesten sluiten. Denk daar eens over na. Een privébedrijf, gevestigd in Californië, vertelde een heel continent: voldoe aan de spionage van onze overheid, of verlies je sociale media. Europa had wetten, GDPR, het strengste databeschermingsregime ter wereld. Maar wat waren wetten waard als de infrastructuur zelf in Amerikaanse handen was? Duitse ziekenhuizen die Amerikaanse cloudservices gebruikten, ontdekten dat patiëntendossiers in beslag konden worden genomen door de Amerikaanse inlichtingendiensten. Franse ambtenaren die pleitten voor een “soevereine cloud” vonden dat hun enige opties AWS, Azure of Google Cloud waren, allemaal onderworpen aan Amerikaanse jurisdictie. India stond voor hetzelfde dilemma. In 2020 verbood de regering-Modi TikTok, WeChat en 200 andere Chinese apps, onder het mom van nationale veiligheid. Maar wat kwam ervoor in de plaats? YouTube, WhatsApp, Instagram, allemaal Amerikaans, allemaal data onttrekkend, allemaal verantwoording schuldig aan Amerikaanse rechtbanken. Toen India in 2023 de Digital Personal Data Protection Act aannam, die voorschreef dat burgersdata in het land moesten blijven, botste het op een probleem: 60% van de Indiase overheidsdata werd nog steeds gehost op AWS en Google Cloud. De ironie was bitter. India had gevochten voor onafhankelijkheid van de Britten. Nu werd zijn digitale toekomst bepaald vanuit Silicon Valley en Langley.

Hoofdstuk 3: De Illusie van Keuze 

De meest briljante truc van het neokolonialisme is afhankelijkheid laten voelen als vrijheid. Europa dacht dat het een keuze had, totdat dat niet zo bleek. Toen de VS bondgenoten onder druk zette om Huawei te verbieden uit 5G-netwerken, gehoorzaamden Duitsland en het VK, ondanks geen bewijs van spionage. De prijs? Miljarden aan vertragingen, jaren aan verloren vooruitgang. Toen de VS de export van halfgeleiders naar China beperkte, vonden Europese chipmakers zoals ASML zichzelf in het kruisvuur, hun verkopen aan China opeens illegaal onder Amerikaanse wetgeving. Intussen had India een IT-dienstensector van 200 miljard dollar opgebouwd, om vervolgens te zien dat de levensader, H-1B-visa voor geschoolde werknemers, in 2020 door Trump werd afgesneden. Duizenden Indiase ingenieurs, de ruggengraat van wereldwijde techsupport, zaten opeens vast. De boodschap was duidelijk: de behoeften van Amerika gingen voor. En dan waren er de app stores. Apple en Google nemen 30% van elke transactie op hun platformen. Toen Indiase startups alternatieven probeerden te bouwen, werden ze geblokkeerd, uitgeprijsd of opgekocht. De VS hoefde geen mariniers te sturen. Het had App Store-beleid.

Hoofdstuk 4: Het Verzet Begint 

Maar rijken, zelfs digitale, roepen weerstand op. In Brussel broeide een stille revolutie. De Digital Markets Act (2022) dwong Apple om sideloading toe te staan, zodat gebruikers apps konden installeren zonder de 30% afdracht aan de App Store. De Digital Services Act (2024) eiste transparantie van Facebook en Google, met boetes tot 6% van de wereldwijde omzet bij overtredingen. Frankrijk lanceerde SecNumCloud, een certificering voor “vertrouwde” cloudproviders, zonder Amerikaanse bedrijven. Maar toen Franse instanties op zoek gingen naar een soevereine cloud, bleken de enige “Europese” opties vaak gewoon AWS en Azure met een lokaal logo erop geplakt. Ook India vocht terug. Het Unified Payments Interface (UPI), een eigen betalingssysteem, bespaarde jaarlijks 1 miljard dollar aan Visa- en Mastercardkosten. Het Public Tech Platform for Frictionless Credit gebruikte open-sourcecode om kleine bedrijven toegang te geven tot leningen, zonder Wall Street-intermediairs. En toen de VS dreigde met sancties vanwege Indiase aankopen van Russisch olie, begon New Delhi in roepies te handelen. Maar het diepste verzet vond plaats in de code zelf.

Hoofdstuk 5: De Open-Source Opstand 

Als het probleem proprietaire controle was, was de oplossing open opstand. In München schrapte de stadsregering Microsoft Windows en stapte over op Linux, wat miljoenen bespaarde aan licentiekosten. In Kerala schakelden scholen over op gratis, open-source software, en leerden studenten dat technologie niet uit Californië hoefde te komen. In Brussel fluisterden beleidsmakers over RISC-V, een open-source chipontwerp dat het monopolie van Intel en ARM kon breken. En toen was er cryptovaluta. Niet de speculatieve handel, maar het idee. Een valuta zonder banken. Een betalingssysteem zonder SWIFT. Toen de VS in 2022 de dollarreserves van Rusland bevroor, was de boodschap luid en duidelijk: als je geld in dollars staat, is het niet echt van jou. De Europese Centrale Bank versnelde de digitale euro. De Indiase centrale bank testte de e-roepie. Zelfs het IMF, dat bolwerk van dollardominantie, begon centrale bank digitale valuta te verkennen. Maar de echte revolutie zat in open-source alles: Software: Linux, Signal, Nextcloud, tools die geen overheid kon uitschakelen. Hardware: RISC-V-chips, open ontworpen, overal te produceren. Financiën: Gedecentraliseerde beurzen, peer-to-peer leningen, zonder Wall Street. Kennis: Wikipedia, Sci-Hub, open-access wetenschap, die de greep van Elsevier en Springer braken, die jaarlijks 10 miljard dollar vragen voor onderzoek gefinancierd met publiek geld. Het doel was duidelijk: bouw een parallel systeem. Eentje dat niet gesanctioneerd kon worden. Eentje dat niet uitgezet kon worden.

De Bitcoin-revolutie: 

Een Wapen Tegen Financieel Kolonialisme Naarmate het Bitcoinnetwerk groeide, ontstond de behoefte aan efficiëntere manieren om digitale activa te verhandelen. Dit leidde tot de ontwikkeling van altcoins en tokens, vaak gebouwd op bestaande blockchainplatforms zoals Ethereum. Ethereum introduceerde het concept van ‘smart contracts’, zelfuitvoerende contracten met voorwaarden rechtstreeks in code geschreven, wat de basis legde voor de opkomst van gedecentraliseerde applicaties (dApps). Peer-to-peer handel werd verder gefaciliteerd door platformen die gebruikers in staat stelden direct met elkaar te handelen, zonder tussenkomst van gecentraliseerde beurzen of zelfs zonder internettoegang. Deze platformen boden een alternatieve handelwijze, vooral belangrijk in regio’s met beperkte toegang tot traditionele financiële diensten. De verschuiving naar Web 3.0 en de Meta-economie De evolutie van Bitcoin en blockchaintechnologie legde de basis voor Web 3.0, de volgende generatie van het internet. In tegenstelling tot Web 2.0, waar centrale platformen zoals Google en Facebook gebruikersdata controleren, stelt Web 3.0 gebruikers in staat om hun eigen data te bezitten en te controleren. Web 3.0 gebruikt gedecentraliseerde netwerken, blockchaintechnologie en peer-to-peer interacties om een opener en transparanter internet te creëren. Gebruikers kunnen deelnemen aan gedecentraliseerde financiën (DeFi), digitale marktplaatsen en andere applicaties die hen directe controle en eigendom over hun digitale activa geven. Deze verschuiving heeft geleid tot de opkomst van de ‘meta-economie’, een digitale economie waarin waarde wordt gecreëerd, verhandeld en beheerd binnen virtuele omgevingen. In deze economie kunnen gebruikers deelnemen aan virtuele werelden, digitale marktplaatsen en andere online ecosystemen die economische activiteit mogelijk maken zonder tussenkomst van traditionele financiële instellingen. De meta-economie, gecombineerd met peer-to-peer systemen, kan lokale economieën stimuleren door directe handel en waarde-uitwisseling binnen gemeenschappen mogelijk te maken. Het biedt onafhankelijke alternatieven voor de invloed van grote techbedrijven en vermindert de afhankelijkheid van gecentraliseerde platformen voor economische activiteit. Bovendien kan het lokale innovatie en ondernemerschap bevorderen, omdat individuen en kleine bedrijven directe toegang krijgen tot markten en middelen die voorheen buiten bereik waren.

Economische implicaties 

De opkomst van Bitcoin, blockchaintechnologie en Web 3.0 heeft verstrekkende gevolgen voor de wereldwijde economie. Het heeft onze kijk op geld, eigendom en waarde-uitwisseling veranderd. Door de decentralisatie van financiële systemen kunnen individuen wereldwijd toegang krijgen tot financiële diensten, zelfs in regio’s waar traditionele banken afwezig zijn. Bovendien heeft de opkomst van gedecentraliseerde applicaties en de meta-economie nieuwe kansen gecreëerd voor economische activiteit binnen virtuele omgevingen. Gebruikers kunnen deelnemen aan digitale marktplaatsen, virtuele werelden en andere online ecosystemen die economische waarde genereren zonder tussenkomst van traditionele financiële instellingen. Hoewel deze ontwikkelingen veelbelovend zijn, brengen ze ook uitdagingen met zich mee, zoals het reguleren van gedecentraliseerde netwerken, het beschermen van gebruikersrechten en het integreren van nieuwe technologieën in bestaande economische structuren. Niettemin markeren ze een significante verschuiving in de manier waarop we deelnemen aan de wereldwijde economie.

Hoofdstuk 6: De Strijd Die Komt 

Het verhaal is nog niet afgelopen. Europa’s soevereine cloud draait nog grotendeels op Amerikaanse servers. De digitale publieke infrastructuur van India is open-source, maar de datacenters? Nog steeds in handen van AWS en Google. De dollar blijft koning. De Silicon Valley-reuzen lobbyen, procederen en vertragen elke poging tot regulering. Maar de scheuren worden zichtbaar. Toen de VS Huawei afsneed van mondiale chipvoorraden, stortte China niet in, maar verdubbelde het de binnenlandse productie. Toen Europa’s GAIA-X cloudproject werd gelanceerd, noemden critici het een Trojaans paard voor AWS. Maar het feit dat het bestaat, is een teken: de wereld zoekt een uitweg. De vraag is niet langer óf het Amerikaanse digitale rijk zal vallen, maar wanneer, en wat het zal vervangen. Wordt het een gefragmenteerd internet, met elke regio achter zijn eigen Great Firewall? Of wordt het iets nieuws, een echt open, gedecentraliseerd web, waar soevereiniteit niet alleen een juridisch concept is, maar een technische realiteit? De tools zijn er: Open-source software om Windows en iOS te vervangen. RISC-V-chips om het monopolie van Intel te breken. Publieke, permissieloze blockchains om SWIFT te vervangen. Door gemeenschappen beheerde mesh-netwerken om Comcast en Verizon te omzeilen. De keuze is scherp: blijf geketend aan het rijk, of bouw iets vrij.

De Bouwers van de Nieuwe Wereld: OS-SCi, MonFlo en AnalyseCentre 

Terwijl overheden en bedrijven vechten om het oude systeem, creëert een nieuwe generatie bouwers de tools voor een postkoloniale digitale toekomst.

OS-SCi: De Open-Source Universiteit voor een Soevereine Digitale Toekomst Terwijl traditioneel onderwijs studenten naar banen bij Google, Meta of Wall Street-banken leidt, herschikt OS-SCi het systeem. Gevestigd in Nederland maar wereldwijd actief, is OS-SCi niet zomaar een codeerbootcamp, maar een radicale herziening van tech-onderwijs. De missie? De bouwers van een gedecentraliseerde wereld opleiden. Centraal bij OS-SCi staat een modulair, open-source curriculum, te vergelijken met Lego-blokken voor leren. Studenten leren niet alleen syntax, maar beheersen de fundamenten: Logica, Beveiliging, Open-Source Ontwikkeling en Gedecentraliseerde Systemen. Of het nu Linux, Rust, Python of blockchain is, de focus ligt op het begrijpen van de code die de wereld bestuurt, en hoe daar controle over te nemen. Maar OS-SCi werkt niet alleen. Het werkt samen met universiteiten in Europa, India en daarbuiten, en helpt hen om open-source programma’s te adopteren, als aanvulling of volledig alternatief voor propriëtair tech-onderwijs. In India integreren universiteiten de Ubuntu Touch- en Odoo-ontwikkelsporen van OS-SCi om de volgende generatie open-source ondernemers op te leiden. In Europa gebruiken instellingen de modules Softwarebeveiliging en Cloudsoevereiniteit om studenten te leren systemen te bouwen die niet gekaapt kunnen worden door Big Tech. En in Afrika en Zuidoost-Azië geven de laagkostige, impactvolle cursussen van OS-SCi studenten vaardigheden die grote bedrijven niet kunnen monopoliseren. De echte magie gebeurt tijdens de Hackathons van OS-SCi. Dit zijn geen typische programmeerwedstrijden. Het zijn slagvelden voor digitale soevereiniteit, waar studenten echte problemen aanpakken: Open-source alternatieven bouwen voor propriëtaire software. Gedecentraliseerde apps creëren die de ommuurde tuinen van Big Tech omzeilen. Veilige, privacy-gerichte tools ontwerpen die overheden niet kunnen achterdeuren. Het mooiste? De winnaars krijgen een baan. Niet bij Silicon Valley-reuzen, maar bij open-source bedrijven, gedecentraliseerde startups en soevereine tech-initiatieven. Voormalige Hackathon-winnaars werken nu aan Europese digitale identiteitsprojecten, Indiase fintech-rebellen en zelfs MonFlo zelf. Een team bouwde een gedecentraliseerd sociaal mediaplatform en kreeg financiering om er een echt product van te maken. Een ander ontwikkelde een zelfgehoste cloudoplossing, nu gebruikt door kleine bedrijven die AWS-lock-in willen vermijden. OS-SCi leert niet alleen coderen. Het bouwt een leger van ingenieurs die het oude systeem kunnen vervangen, één open-source project per keer. En met uitbreidende partnerschappen in Thailand, de Filipijnen, Indonesië en Vietnam groeit dat leger snel. Dit is onderwijs als verzet. Een plek waar studenten niet alleen banen krijgen, maar de toekomst terugveroveren.

MonFlo: De Bank van de Toekomst, Gebouwd voor Soevereiniteit Terwijl traditionele banken de regels van het oude financiële rijk handhaven, herschrijft MonFlo ze. Stel je een bank voor die niet alleen je geld beheert, maar je echte controle geeft. MonFlo is een gelicenseerde financiële instelling met de bevoegdheid om IBAN-rekeningen uit te geven, net als elke Europese bank. Maar in tegenstelling tot de oude garde, sluit MonFlo je niet op in een systeem waar je geld onderhevig is aan willekeurige bevriezingen, inflatie of geopolitieke grillen. In plaats daarvan zet het euros automatisch om in e-Euros, een digitale, programmeerbare versie van de euro die leeft op open, gedecentraliseerde rails. Dit opent de mogelijkheid om waarde onmiddellijk over te dragen. Geen dagen meer wachten op grensoverschrijdende overschrijvingen. Geen SWIFT-kosten of tussenpersonen. Gewoon directe, lage-kosten transacties die overal ter wereld werken. Maar MonFlo stopt niet bij fiat. Het is ook een poort naar het nieuwe financiële systeem. Wil je Bitcoin of Ether kopen? Dat kan naadloos, rechtstreeks vanuit je rekening. Geen schimmige beurzen of ingewikkelde onramps nodig. MonFlo overbrugt de kloof tussen traditionele financiën en de gedecentraliseerde toekomst, en maakt het gemakkelijk om in en uit crypto te bewegen zonder gedoe. Dit is niet zomaar bankieren. Het is financiële soevereiniteit. Een plek waar je geld van jou is, niet gegijzeld door ambtenaren, bankiers of grenscontroles. Waar je kunt betalen in euros, vasthouden in crypto, of omzetten naar stablecoins met een tik. Waar censuurbestendig geld geen fantasie is, maar een functie. In een wereld waar banken je rekeningen kunnen bevriezen (vraag de Canadese vrachtwagenchauffeurs van 2022) of overheden je bezittingen kunnen confisqueren (vraag de Russen in 2022), bouwt MonFlo een parallel financieel systeem, dat je vrijheid net zo serieus neemt als je fondsen. Het is geen bank. Het is een onafhankelijkheidsverklaring.

En dan is er AnalyseCentre, dat de informatieoorlogen bestrijdt. In een tijdperk waarin algoritmen bepalen wat je ziet, waarin je gelooft en zelfs op wie je stemt, gebruikt AnalyseCentre open data en AI om manipulatie bloot te leggen, desinformatie te volgen en macht ter verantwoording te roepen, terwijl het sociale innovatie bevordert. Via onderwijs, advies en innovatieve projecten leert het organisaties en leiders om AI verantwoord te gebruiken, patronen te herkennen, complexe maatschappelijke problemen op te lossen en duurzame strategieën te ontwerpen die aansluiten bij langetermijndoelen. Tegelijkertijd ondersteunt AnalyseCentre organisaties en overheidsministeries bij het implementeren van AI om maatschappelijke impact te vergroten. Daarnaast biedt het begeleiding bij scripties en ondersteunt het afstudeerprojecten over AI, systeemverandering en complexe probleemoplossing, waarbij het zijn expertise inzet om praktische, toekomstbestendige oplossingen te creëren.

Dit zijn geen gewone bedrijven. Het zijn arsenalen in de strijd voor digitale vrijheid. Ze bewijzen dat een andere wereld mogelijk is, één waarin technologie mensen dient, niet rijken.

Epilogue: 

Het EverythingOpen Manifest Dit is niet zomaar een verhaal over technologie. Het is een verhaal over macht. De Amerikanen veroverden de wereld niet met tanks. Ze veroverden hem met standaardinstellingen. Met “Ik ga akkoord”-voorwaarden. Met de stille aanname dat er geen alternatief was. Maar dat is er wel. Open-source software. Open hardware. Open finance. Open wetenschap. Zo breken we de ketenen. Niet door muren te bouwen, maar door bruggen, naar een wereld waar geen enkel land de code die we draaien, het geld dat we uitgeven, of de kennis die we delen controleert. De eerste stap is de ketenen zien. De volgende is ze doorbreken.

Laatste Gedachte: “Eerst negeren ze je. Dan lachen ze je uit. Dan bestrijden ze je. Dan win je.” — Mahatma Gandhi (die een hekel zou hebben gehad aan propriëtaire zooi).

Henricus Mols 2 oktober 2025
Deel deze post
Labels
Archiveren