Open Source voorbij de licentie: Duurzaamheid, soevereiniteit en de ethiek van bijdragen - en wat Europa kan leren van China

2 september 2025 in
Henricus Mols

Inleiding 

De open-sourcebeweging heeft de softwareontwikkeling revolutionair veranderd, door toegang tot technologie te democratiseren en innovatie te stimuleren via samenwerking. Toch rijst, nu het ecosysteem volwassener wordt, een cruciale vraag: wat betekent het écht voor een project om open source te zijn? Het antwoord gaat ver buiten licenties. Zoals Jos Poortvliet betoogt, hangt de gezondheid van een open-sourceproject niet alleen af van het juridische kader, maar ook van het financiële model, de gemeenschapsbesturing en de bereidheid van gebruikers – met name bedrijven en overheden – om bij te dragen in plaats van alleen te consumeren.

Deze tweedelige analyse onderzoekt de dubbele uitdagingen waar open source vandaag voor staat: de kloof tussen licentie en praktijk, en de ethische disbalans tussen hen die nemen en hen die geven. In het eerste deel onderzoeken we waarom de openheid van een project niet alleen aan de hand van de licentie kan worden gemeten. Echte open source vereist transparantie, actieve deelname van de gemeenschap en duurzame financiering – elementen die bepalen of een project gebruikers empowerd of hen kwetsbaar maakt voor verborgen afhankelijkheden. Het tweede deel confronteert de groeiende trend van “meeliften”, waarbij bedrijven en overheden open-source-software exploiteren zonder iets terug te geven, wat de langetermijnlevensvatbaarheid van de projecten waar ze op vertrouwen bedreigt. We stellen dit tegenover de strategische aanpak van China, waar open source wordt ingezet als instrument voor technologische soevereiniteit en mondiale invloed, en biedt essentiële lessen voor Europese beleidsmakers en industrieleiders..

Samen onthullen deze perspectieven een fundamentele waarheid: open source is niet slechts een technisch model, maar een sociaal contract. De toekomst ervan hangt af van de vraag of we het behandelen als een gedeelde hulpbron die gekoesterd moet worden, of als een grondstof die uitgebuit kan worden. Voor Europa is de keuze duidelijk: omarm bijdragen als een kernprincipe, of loop het risico terrein prijs te geven aan hen die dat wel doen.

Voorbij de licentie: Waarom Jos Poortvliet gelijk heeft over echte open source

Jos Poortvliets recente artikel, Is It Really Open Source? How to Tell if a Project Walks the Walk, raakt de kern van een cruciaal gesprek in de open-sourcewereld. Zoals hij terecht opmerkt, is de licentie van een project slechts de eerste stap om de openheid ervan te bepalen. De echte test ligt in hoe het project wordt ontwikkeld, gefinancierd en bestuurd – factoren die direct van invloed zijn op de duurzaamheid en de vrijheid die het biedt aan gebruikers en bijdragers.

Poortvliets vergelijking van drie hypothetische projecten illustreert dit punt treffend. Hoewel alle drie een open-sourcelicentie kunnen hebben, creëren verschillen in gemeenschapsbetrokkenheid, transparantie en bedrijfsmodellen heel verschillende ervaringen voor gebruikers. Een licentie alleen garandeert geen echte openheid of veerkracht. Projecten die actieve deelname van de gemeenschap stimuleren, duidelijke documentatie bieden en open ontwikkelingsprocessen handhaven, zijn veel beter in staat om gebruikers te empoweren en uitdagingen zoals forks of veranderingen in de koers van bedrijven het hoofd te bieden.

In essentie draait open source om meer dan alleen de beschikbaarheid van code; het gaat om gedeeld eigendom en collectieve verantwoordelijkheid. Projecten die gemeenschapsbetrokkenheid en duurzame financieringsmodellen prioriteren, of dat nu via bedrijfssponsoring, publieke investeringen of grassrootsbijdragen is,  belichamen de ware geest van open source. Deze projecten respecteren niet alleen de vier vrijheden, maar zorgen er ook voor dat gebruikers de tools en ondersteuning hebben om de controle over hun software te nemen wanneer dat nodig is.

Poortvliets verwijzing naar bronnen zoals Is It Really FOSS is een waardevolle herinnering dat transparantie ertoe doet. Gebruikers en ontwikkelaars moeten verder kijken dan de licentie om de toewijding van een project aan openheid, de bestuurstructuur en de financiële gezondheid te beoordelen. Een bloeiend open-source-ecosysteem is immers afhankelijk van projecten die niet alleen praten, maar ook daadwerkelijk handelen.

We prijzen Jos ervoor dat hij deze nuances belicht en moedigen iedereen in de open-sourcegemeenschap aan om projecten te steunen die zowel technische als financiële openheid voorstaan. Alleen dan kunnen we een toekomst opbouwen waarin open source zijn volledige potentieel bereikt: een toekomst die echt vrij, samenwerkend en duurzaam is.

Voorbij de gemeenschap: Waarom alleen meeliften en niet bijdragen?

Open source is geen eenrichtingsverkeer. Toch behandelen te veel bedrijven en overheden het alsof dat wel zo is, door met plezier de voordelen van open-source-software te consumeren terwijl ze weinig of niets teruggeven. Dit “meeliftgedrag” ondermijnt de duurzaamheid van de projecten waar ze van afhankelijk zijn en onthult een fundamenteel misverstand: open source is niet slechts een gratis alternatief voor propriëtaire software; het is een samenwerkend ecosysteem dat gedijt bij gedeelde inspanningen en investeringen.

Het probleem: nemen zonder te geven

  • Overheden als meelifters: De Europese Commissie, Frankrijk en Australië beheren gezamenlijk duizenden websites op Drupal, maar hun bijdragen aan de ontwikkeling van het project zijn minimaal. Contracten worden vaak gegund aan de goedkoopste inschrijver, niet aan hen die actief het open-source-infrastructuur onderhouden. Als gevolg draagt een kleine groep onderhouders en bedrijven de last voor software waar miljoenen van afhankelijk zijn.
  • Bedrijfsexploitatie: Hoewel sommige bedrijven, zoals Microsoft en Red Hat, grote bijdragers zijn, nemen veel anderen gewoon open-sourcecode, bouwen daar propriëtaire diensten bovenop en geven niets terug. Dit creëert een “race naar de bodem”, die de projecten waar hun bedrijven van afhankelijk zijn verzwakt.
  • Valse veiligheid: In tegenstelling tot propriëtaire leveranciers sluiten open-sourceprojecten gebruikers niet in,  als een project echt open is, kunnen gebruikers het altijd forken. Maar forken is een laatste redmiddel, en zonder actieve ondersteuning van de gemeenschap kunnen zelfs de meest open projecten onhoudbaar worden.

De strategische aanpak van China: Lessen in schaal en toewijding

China biedt een scherp contrast. Het land is snel uitgegroeid tot de op een na grootste bijdrager aan open source, met een levendige ontwikkelaarsgemeenschap en sterke overheidssteun. Projecten zoals OpenHarmony (Huawei’s open-source besturingssysteem) en OpenEuler (een Linux-distributie) zijn niet alleen technische ondernemingen, maar strategische activa, ondersteund door nationaal beleid en enorme investeringen. De Chinese overheid en techgiganten zoals Alibaba, Tencent en Huawei begrijpen dat open source een pad is naar technologische onafhankelijkheid en mondiale invloed. Ze investeren in het opbouwen van grote, actieve gemeenschappen rond hun projecten, wat de langetermijnlevensvatbaarheid waarborgt en de afhankelijkheid van buitenlandse technologie vermindert.

Belangrijke lessen uit de Chinese aanpak:

  • Overheid als katalysator: China’s 14e Vijfjarenplan promoot open source expliciet als drijvende kracht achter digitale soevereiniteit. Publieke financiering en beleidsincentives hebben de groei van binnenlandse projecten versneld, waardoor ze wereldwijd concurrerend zijn geworden.
  • Gemeenschap als prioriteit: Chinese techbedrijven open sourcen niet alleen mislukte projecten; ze koesteren ecosystemen. JD.com beheert bijvoorbeeld een van ’s werelds grootste Kubernetes-clusters en draagt actief bij aan upstream-projecten.
  • Strategische autonomie: Door open source te ondersteunen, vermindert China zijn afhankelijkheid van westerse technologie en bouwt het weerstand op tegen sancties en beperkingen.

Wat Europese overheden kunnen leren

  1. Van consumptie naar bijdrage: Europese overheden moeten verder gaan dan open source gebruiken als kostenbesparende maatregel. Aanbestedingsbeleid moet leveranciers verplichten om terug te geven, of dat nu is via code, documentatie of financiering.
  2. Investeer in open source als publieke infrastructuur: Volg het voorbeeld van Duitsland en richt Open Source Program Offices (OSPO’s) op en financier kritieke projecten rechtstreeks. De Cyber Resilience Act van de EU is een stap in de goede richting, maar er is meer actie nodig.
  3. Prioriteer digitale soevereiniteit: Europa’s recente verschuiving weg van propriëtaire leveranciers zoals Microsoft is veelbelovend, maar succes hangt af van meer dan alleen het wisselen van software. Gebruikerstraining, verandermanagement en gemeenschapsbetrokkenheid zijn essentieel om de valkuilen te vermijden die zichtbaar werden in het mislukte LiMux-project van München.
  4. Samenwerken, niet concurreren: Europese ontwikkelaars creëren sterke alternatieven op het gebied van AI, cloud en cybersecurity, maar deze inspanningen hebben aanhoudende steun nodig om de schaal van Chinese en Amerikaanse projecten te evenaren. Voorbeelden zoals “Mijn Bureau” van de Nederlandse overheid laten zien hoe het niet moet. Een klein project dat open-sourceprojecten forked en aan elkaar plakt tot een nieuw geheel, ondersteund door een klein team met minimale ervaring in open source, noch in licentiebeheer, noch in gemeenschapswerk. Een vreemde beslissing, terwijl alle informatie gewoon beschikbaar is.

Conclusie: Een oproep tot verantwoordelijk open-source-beheer

Open-source-software is meer dan een ontwikkelmethodologie; het is een fundament voor digitale autonomie, innovatie en het algemeen belang. Toch wordt de duurzaamheid ervan bedreigd door twee kanten: projecten die openheid claimen zonder echte gemeenschapsbetrokkenheid te bevorderen, en gebruikers,  met name overheden en bedrijven – die open source behandelen als een gratis hulpbron in plaats van als een gedeelde verantwoordelijkheid.

Poortvliets argument dat openheid meer vereist dan een licentie is een wake-upcall. De gezondheid van een project hangt af van transparantie, bestuur en financiële duurzaamheid. Zonder deze elementen kan zelfs de meest permissieve licentie vendor lock-in niet voorkomen of langetermijnveerkracht garanderen. Ondertussen ondermijnt de opkomst van “meeliften” , waarbij organisaties profiteren van open source zonder iets terug te geven,  juist het ecosysteem waar ze van afhankelijk zijn. De strategische investeringen van China in open source, gesteund door overheidsbeleid en bedrijfsbetrokkenheid, tonen aan hoe landen samenwerking kunnen omzetten in een concurrentievoordeel. Europa, met zijn sterke traditie van publieke digitale infrastructuur en initiatieven voor digitale soevereiniteit, heeft de kans om voorop te lopen, maar alleen als het overschakelt van passieve consumptie naar actief beheer.

De weg vooruit is duidelijk: overheden moeten open-sourcebijdragen verankeren in aanbestedingsbeleid, bedrijven moeten hun rol als onderhouders erkennen in plaats van alleen als consumenten, en gemeenschappen moeten verantwoording eisen. Open source is geen nulsomspel; het gedijt wanneer alle stakeholders, ontwikkelaars, bedrijven en publieke instellingen,  optreden als hoeders in plaats van als meelifters. Het alternatief is een toekomst waarin open source een holle belofte wordt, waarvan het potentieel wordt verkwist door kortetermijndenken en uitbuiting.

De keuze is aan ons. Bouwen we een open-source-ecosysteem dat echt open, duurzaam en rechtvaardig is? Of laten we toe dat het wordt uitgehold door verwaarlozing en opportunisme? Het antwoord zal niet alleen de toekomst van software vormgeven, maar ook de digitale soevereiniteit van naties en de vrijheid van gebruikers wereldwijd.

Bron Titel Auteur/Organisatie Datum URL
FOSS Force Is It Really Open Source? How to Tell if a Project Walks the Walk Jos Poortvliet 2025-08-24 Link
Dries Buytaert Funding Open Source like Public Infrastructure Dries Buytaert 2025-08-13 Link
Jamestown Foundation Open-Source Technology and PRC National Strategy: Part I Jamestown Foundation 2024-05-31 Link
ChinaDaily Nation Boosts International Role in Open Source Coding ChinaDaily 2022-08-30 Link
OSW Centre for Eastern Studies Open Code, Closed System: The Role of Open Source in China’s Technological Rivalry with the United States OSW 2025-07-18 Link
Windows Forum European Governments Shift from Microsoft to Open-Source Software for Digital Sovereignty Windows Forum 2025-06-18 Link
Mend.io 7 Chinese Open Source Projects You Should Know About Mend.io 2024-11-08 Link
Interconnected Blog Open Source in China: The Players Interconnected 2022-03-17 Link
Rest of World China Wants to Build an Open-Source Ecosystem to Rival GitHub Rest of World 2023-03-30 Link
Medium Top 10 European Open-Source Projects to Watch in 2025 DevLink 2025-06-26 Link

Henricus Mols 2 september 2025
Deel deze post
Labels
Archiveren